In augustus 1914 was het Belgisch leger onvoorbereid op de overrompelende Duitse invasie. Pas enkele maanden later keerde het tij, toen de Duitsers een halt werd toegeroepen dankzij de onderwaterzetting van de IJzer. Het lijkt alsof voor de Belgische soldaten vier lange jaren van wacht lopen aan de IJzer volgden, waaraan pas een einde kwam met het succesvolle bevrijdingsoffensief in september 1918. Maar klopt dit clichébeeld over de Eerste Wereldoorlog in ons land wel?
Militair historicus Tom Simoens onderzocht de evolutie van de 1ste Legerdivisie en stelt vast dat de Belgische troepen tijdens de jarenlange loopgravenoorlog belangrijke tactische en technologische vernieuwingen doorvoerden. In 1918 waren de manschappen beter opgeleid, meer gespecialiseerd en beschikten ze over nieuwe wapens en tactieken. De Eerste Wereldoorlog is de wieg van de moderne oorlogvoering, ook voor het Belgisch leger.
TOM SIMOENS (1978) is als militair repetitor verbonden aan de leerstoel Geschiedenis van de Koninklijke Militaire School. Hij publiceerde 'Het gezag onder vuur' en is co-auteur van De kortste twintigste eeuw 1914 -1991(2014) en de bestseller 14-18: België in oorlog (2014). In 2016 doctoreerde hij met een proefschrift over de transformatie van de 1ste Legerdivisie tijdens deEerste Wereldoorlog, waarvan dit boek de publiekseditie is.
Volg onze sociale media voor het laatste nieuws